ZZP of loondienst?

Beschrijving

ZZP of loondienst? Dat is een vraag die speelt bij veel (startende) ondernemers. Word je er financieel beter op als je ZZP’er wordt? Of kun je beter in loondienst blijven? Wellicht zitten er nog addertjes onder het gras?

Als je alleen kijkt naar je uurtarief, dan lijkt het alsof je er enorm op vooruit gaat als ZZP’er. In hun hoofd maken aspirant-ondernemers een snelle rekensom: “1.600 uur per jaar x €50 = €80.000!”. WOW, dat is veel! Klopt ook. Helemaal als je bruto jaarloon €50.000 is bijvoorbeeld. Je gaat er dan €30.000 op vooruit.

Maar je vermoedt het waarschijnlijk al. Schijn bedriegt. Als ondernemers moet je allerlei kosten maken, investeringen doen, je eigen pensioen betalen, een arbeidsongeschiktheidsverzekering afsluiten en een buffer opbouwen voor mindere tijden. Blijft er dan nog steeds geld over?

Met deze tool bereken en vergelijk je het netto besteedbaar inkomen als ZZP’er en werknemer in loondienst.

Hoe compleet is de tool ZZP of loondienst?

We houden rekening met zo veel mogelijk (persoonlijke) situaties. Deze tool houdt namelijk rekening met:

Let op! De berekening geldt voor ondernemers die de AOW-leeftijd nog niet hebben bereikt.

Hoe bereken je wat gunstiger is? Werken als ZZP’er of medewerker in loondienst?

Je doorloopt de volgende stappen om te vergelijken wat je in beide situaties netto in je handen overhoudt.

1. Het doel is om het netto besteedbaar inkomen te vergelijken tussen ZZP en loondienst. Dat is het geld wat echt op je bank blijft staan (de cashflow).
2. Je start met het berekenen van je verwachte omzet op basis van het aantal declarabele uren en je uurtarief.
3. Dan breng je de bedrijfskosten in kaart en eventuele andere bedrijfsinkomsten. De afschrijvingen neem je apart op, omdat die geen cashflow zijn.
4. Als ondernemer moet je ook investeren in bedrijfsmiddelen die langer dan 1 jaar meegaan. Deze moet je afschrijven.
5. Vergeet niet om inkomensvoorzieningen mee te nemen, zoals pensioen– en arbeidsongeschiktheid (aov).
6. Als ondernemer wil je ook een buffer vormen voor mindere tijden. Advies is minimaal 3 maanden van je kosten.
7. En natuurlijk vergelijk je dat met je huidige bruto jaarloon en/of eventuele uitkeringen.
8. Om de belastingdruk te berekenen zijn ook gegevens over je woning en auto van de zaak nodig.
9. Tot slot beantwoord je nog enkele vragen over aftrekposten: urencriterium, starter en combinatiekorting.
10.  De template berekent nu de belastingdruk in beide situaties.
11.  Je ziet de berekening van het netto besteedbaar inkomen in een duidelijk overzicht en grafiek.
12.  De berekening van de benodigde buffer staat onderaan.

Hieronder lopen we er in detail door heen.

1. Omzet, kosten en overige inkomsten, uitgaven en aftrekposten

Bepaal eerst het aantal declarabele uren (a) en je uurtarief (b), zodat we de verwachte omzet kunnen uitrekenen. Als je nog andere inkomsten hebt, dan vul je dat bij (c) in.

Dan gaan we kijken naar de kosten. Die splitsen we in afschrijvingen (d) en overige bedrijfskosten (e). Afschrijvingen zitten wel in je exploitatiebegroting, maar zijn geen cashflow. De investeringen (f) daarentegen zijn wel cashflow. Dit zijn uitgaven voor bedrijfsmiddelen vanaf 450 euro (die langer dan 1 jaar meegaan), zoals auto’s, inventaris, machines, installaties en computers. Sommige kosten niet of niet 100% aftrekbaar (g). Bijvoorbeeld: uitgaven voor voedsel en drank (80% aftrekbaar). Je vult het niet-aftrekbare deel in bij (g).

Heb je nog andere inkomsten uit loon, uitkering of afkoopsommen (h)? Dan tellen die ook mee in de berekening van de inkomstenbelasting.

Nu moet je even opletten. Want veel (aspirant)-ondernemers vergeten om geld aan de kant te zetten voor inkomensvoorzieningen (i). Dat is dus voor je pensioen en/of arbeidsongeschiktheidsverzekering (aov). Een aov kost al gauw honderden euro’s per maand. En voor je pensioen moet je ook zo’n 15% of meer aan de kant zetten. Houd hier dus rekening mee in je vergelijking.

Je kunt verder nog recht hebben op overige situationele kortingen (j), zoals aftrek voor:

Hetzelfde geldt voor het opbouwen van reserves of buffer (k) voor mindere tijden. In loondienst heb je recht op een ww-uitkering, maar als zelfstandige moet je de gaten zelf opvullen. Dat doe je met een buffer of reserve.

2. Woning en auto van de zaak

De berekening of ZZP of loondienst gunstiger is hangt ook af van je persoonlijke situatie. We kijken dus ook naar je eigen woning en eventuele auto van de zaak.

Vul de de WOZ-waarde van de eigen woning (l) in en de periode waarin je die hebt gehad (m en n). In dit geval dus 366 dagen (o). De template berekent hiermee de inkomsten uit eigen woning (15). De aftrekbare rente en notariskosten vul je in bij (p).

Een auto van de zaak wordt fiscaal bijgeteld bij je belastbaar inkomen. De fiscale bijtelling is afhankelijk van de cataloguswaarde van de auto (q) en het bijtellingspercentage (r). Maar de bijtelling is nooit hoger dan de werkelijk gemaakte kosten (s).

3. Ondernemen en inkomensafhankelijke combinatiekorting (IACK)

Tot slot beantwoord je nog enkele vragen in verband met de ondernemersaftrek (t en u) en de inkomensafhankelijke combinatiekorting (v).

4. Inkomstenbelasting

Nu berekent de template ZZP of loondienst de verschuldigde inkomstenbelasting (28) en bijdrage zorgverzekeringswet (29) voor beide situaties. In loondienst betaalt je werkgever de zvw-bijdrage. Als ondernemer moet je die zelf betalen.

5. Berekening netto besteedbaar inkomen

Nu berekenen we het netto besteedbaar inkomen (J) voor de situatie als ZZP’er en loondienst. De getallen en letters verwijzen naar de betreffende regels uit bovenstaande tabellen.

6. Grafiek en samenvatting

Voor de duidelijkheid van je ook nog een overzichtelijke samenvatting. Wat is gunstiger? ZZP of loondienst? In dit geval houd je als ZZP’er €216 per maand meer over én er is keurig gedacht aan uitgaven voor inkomensvoorzieningen en de aanleg van een buffer.

7. Berekening buffer

We adviseren dat je een buffer aanlegt waarmee je minimaal 3 maanden al je kosten, investeringen en uitgaven voor inkomensvoorzieningen kunt betalen. Als je even geen werk of opdracht hebt, dan lopen die kosten namelijk gewoon door. Hoe meer buffer, hoe beter!