Kostprijscalculatie Toolkit

Beschrijving

Maak een kostprijscalculatie in Excel met de volgende 7 rekentools. Simpel, snel en effectief!

We verdelen de kostprijscalculaties in de volgende categorieën, zodat je snel je berekening vindt:

Navigeer simpel door de kostprijscalculaties

Navigeer door de kostprijscalculaties via de inhoudsopgave. Klik op de betreffende berekeningen. Ga terug naar de inhoudsopgave door op het huisje te klikken in de blauwe balk. Simpel he?

Kostprijscalculaties

De eerste groep berekeningen is Kostprijscalculatie. Er zijn verschillende manieren om een kostprijscalculatie te maken. Hieronder vind je enkele alternatieven. Naar verloop van tijd voegen we nieuwe berekeningen toe.

1. Gedifferentieerde toeslagcalculatie

Bij de gedifferentieerde toeslagcalculatie maken we onderscheid tussen directe en indirecte kosten. Je bepaalt eerst wat de directe materiaal en arbeidskosten zijn per product. Dan verdelen we de overhead als toeslag over de product(groepen) van je onderneming. Je bepaalt eerst wat op organisatieniveau de productie overhead is als percentage van de directe kosten. Per product bereken je dan een toeslag op de directe kosten.

Hetzelfde doe je voor de indirecte kosten, maar dan is het een opslag over de kostprijs. Zo weet je per product(groep) wat de integrale kostprijs is, zodat je precies weet wat de winstbijdrage voor ieder product is.

2. Enkelvoudige kostprijscalculatie

Bij de enkelvoudige kostprijscalculatie werken we anders. Je maakt dan onderscheid tussen vaste en variabele kosten. Per kostensoort geef je aan in welke mate de kosten variëren afhankelijk van de hoogte van het aantal verkochte of geproduceerde producten. Wat veel voorkomt is dat de variabele kosten per product dalen, naarmate je meer produceert/verkoopt.

Ook vaste kosten kunnen variëren, want soms heb je bijvoorbeeld een extra machine nodig als je meer dan een bepaalde hoeveelheid produceert. Meestal stijgen de vaste kosten dan stapsgewijs.

Progressief dalend betekent dat de kosten per product steeds harder dalen. Bij degressief dalen ze steeds minder hard. Als de variabele kosten proportioneel zijn dan heeft het aantal geproduceerde producten geen invloed op de variabele kosten per product. Dan blijven de variabele kosten per product gelijk.

3. Variabiliteit

Zoals hierboven aangegeven kunnen de variabele kosten op verschillende manieren variëren. In een tabel kun je dat zelf voor jouw producten bijhouden.

Hieronder zie je een voorbeeld van progressief dalende kosten. Naarmate je meer produceert, dalen de kosten harder.

Dit zijn de verschillende mogelijkheden in variabiliteit:

Contributiemarge en optimale afzet

Ook vind je berekeningen voor de contributiemarge en het bepalen van de optimale afzet. Bij welke afzet behaal je de hoogste contributiemarge, waarmee je de vaste kosten kunt betalen?

4. Contributiemarge berekenen

Bij de direct-costingmethode ligt de nadruk op de bijdrage die ieder product levert in de dekking van de vaste kosten. Per product bepaal je wat de contributiemarge is. Als deze positief is, dan kan het nog steeds de moeite waard zijn om die te (blijven) maken.

Bij deze kostprijscalculatie bepaal je dus eerst per product wat de winstmarge is (contributiemarge) en vervolgens verdeel je de vaste kosten met een bepaalde verdeelsleutel over de producten. Zo zie je direct het resultaat per product.

In dit rekenmodel kies je zelf de basis van de verdeelsleutel. Bijvoorbeeld op basis van de contributiemarge, omzet, aantallen of een zelf in te stellen verdeelsleutel.

5. Optimale afzet berekenen

In de economie hebben we te maken met de zogenaamde prijselasticiteit van de vraag. Dit betekent dat de bereidheid van klanten om een product te kopen varieert met de prijs. Over het algemeen verkoop je minder producten als de prijs hoger wordt. Met dit rekenmodel bepaal je het punt waarbij de contributiemarge (opbrengst minus variabele kosten) het hoogst is.

In onderstaand voorbeeld is de contributiemarge het hoogste bij 300 stuks.

Break-even analyses

De laatste 2 berekeningen helpen je te bepalen bij welke afzet het zogenaamde break-even punt ligt. Met andere woorden, wanneer speel je quitte? We hebben 2 varianten gemaakt.

6. Break-even analyse

Je hebt twee gegevens nodig om te bepalen bij welk punt je quitte speelt. Allereerst moet je de contributiemarge (verkoopprijs minus variabele kosten) per product weten. En daarnaast moet je de hoogte van de vaste kosten kennen.

In onderstaand voorbeeld is de contributiemarge €4 (€10 – €6). De vaste kosten bedragen €400. Het break-even punt ligt bij 100 eenheden (€400 / €4 = 100 stuks).

Je bepaalt zelf met welke stappen je de aantallen wilt laten oplopen. In dit geval is dat 10 eenheden.

Je hebt ook de mogelijkheid om de winst te berekenen bij een verwacht aantal verkopen. In dit voorbeeld is de winst €200 bij 150 verkochte eenheden.

7. Break-even analyse met variabiliteit

Maar het kan dus ook zijn dat de variabele kosten variëren afhankelijk van het aantal producten. Daarvoor maakten we deze uitgebreide variant. Het break-even punt kan daardoor eerder of later vallen en is daardoor niet exact te bepalen.

Kostprijscalculatie in Excel maken – zo simpel kan het zijn.

We hopen dat je ziet hoe gemakkelijk het nu is om kostprijscalculaties te kunnen maken dankzij deze unieke set rekentools.

Download de tool snel en ga direct aan de slag!